Uw opname in rekening-courant omzetten in een lening met vaste looptijd? Of toch maar niet?


Overweegt u uw opname in rekening-courant om te zetten in een lening met vaste looptijd? Voordat u een beslissing neemt, is het belangrijk de fiscale implicaties te begrijpen, zoals belastbare voordelen en rentetarieven.

Indien u als bedrijfsleider geld opneemt van uw vennootschap, dan vormt dit voor u geen belastbaar inkomen. Betaalt u dit bedrag later terug aan de vennootschap dan is dit voor de vennootschap evenmin een belastbare winst.

Lening zonder welbepaalde looptijd

Zolang u dit bedrag niet heeft terugbetaald aan uw vennootschap, heeft u dan wel een schuld ten aanzien van uw vennootschap. De debetstand van een rekening-courant wordt immers beschouwd als een ‘niet-hypothecaire lening zonder welbepaalde looptijd‘.

Als u geen interest betaalt (een renteloze lening), krijgt u eigenlijk een voordeel in natura van uw vennootschap. Zo’n voordeel is een deel van uw bezoldiging en daardoor, uiteraard, belastbaar. Om te weten hoeveel belasting u moet betalen, moet het voordeel eerst gewaardeerd worden. Daarvoor bestaan specifieke regels die bepaald zijn in artikel 18 van het koninklijk besluit bij het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.

Het voordeel wordt berekend op basis van het verschil tussen de referentierentevoet en de effectief aangerekende rentevoet (ingeval van een renteloze lening bedraagt die 0%). Niet enkel een renteloze lening, maar ook een lening aan rentevoet die lager is dan de referentievoet leidt dus tot een belastbaar voordeel van alle aard.

De referentievoet wordt elk jaar vastgelegd bij koninklijk besluit. Voor inkomstenjaar 2022 bedroeg deze referentievoet 7,14%. Voor inkomstenjaar 2023 is deze rentevoet gedaald tot 5,43%.

Heeft u in inkomstenjaar 2023 bijvoorbeeld een debetstand rekening-courant van € 100.000,00 en betaalt u daarover 2%, dan zal uw voordeel van alle aard € 3.430 bedragen (5,43% – 2% = 3,43%).

Lening met vaste looptijd

Om te vermijden dat deze hoge rentevoet dient betaald te worden of dat er een belastbaar voordeel in natura ontstaat, werd lange tijd geopteerd om deze rekening-courantvordering van de vennootschap om te zetten in een ‘niet-hypothecaire lening met vaste looptijd’.

Ook voor deze leningen worden de referentierentevoeten jaarlijks vastgelegd bij koninklijk besluit. Indien er geen maandelijkse aflossing wordt voorzien dan wordt de rentevoet voor deze vorm van leningen bepaald op basis van een maandelijks lastenpercentage dat voor inkomstenjaar 2022 0,06 % bedroeg voor financieringen van een wagen en 0,12 % voor andere leningen.

Op jaarbasis was de referentierentevoet van dergelijke leningen dus aanzienlijk lager dan deze die van toepassing was voor de debetstand in rekening-courant. Betaalde u geen interesten dan was ook het voordeel waarop u belast werd aanzienlijk lager.

Voor inkomstenjaar 2023 werd de berekeningswijze van deze rentevoet evenwel aangepast en bedraagt het maandelijks lastenpercentage voor financiering voor de aankoop van een wagen 0,25% en voor andere leningen 0,49 %.

Dit is maar liefst meer dan een verviervoudiging ten opzichte van inkomstenjaar 2022 en betekent ook dat de referentievoet voor dergelijke ‘niet-hypothecaire lening met vaste looptijd’ zelfs hoger is dan de referentievoet die van toepassing is op debetstanden in rekening-courant. Een schuld aan uw vennootschap in rekening courant is dus in 2023 ‘goedkoper’ dan een schuld met een vaste looptijd.

Heeft u ook een lening bij uw vennootschap, geef ons dan gerust een seintje. Dan bekijken we samen met u hoe dit best geregeld wordt.

Het Flamée en Partners team

Een groenere toekomst via een fiscaalvriendelijk mobiliteitsbudget


De dag dat elke werknemer zich met zijn eigen auto naar het werk verplaatste ligt reeds ver achter ons. Tegenwoordig bestaat er een breed scala aan mobiliteitsopties, mede mogelijk gemaakt en aangemoedigd door de werkgevers.

De overheid trachtte de bedrijven de voorbije jaren ook meer en meer fiscaal te motiveren om alternatieve mobiliteitsoplossingen aan te bieden. Eén daarvan betreft het mobiliteitsbudget. Dit kende een moeilijke start bij de invoering ervan in 2019, maar wint geleidelijk aan populariteit.

Dit budget is speciaal ontworpen voor bedrijven die op vandaag reeds één of meerdere bedrijfswagens ter beschikking stellen van hun personeel, maar hun medewerkers nu meer keuzevrijheid willen bieden in het gebruik van hun traditionele bedrijfswagenbudget.

Werknemers ontvangen een budget gelijk aan de jaarlijkse bruto kosten die een bedrijfswagen met zich meebrengt voor de werkgever. Door de gunstige sociale en fiscale behandeling van het mobiliteitsbudget, zou de werknemer meer geld moeten kunnen besteden aan diverse mobiliteitsoplossingen dan toen hij (enkel) een klassieke bedrijfswagen had.

De werknemer krijgt de mogelijkheid om dit budget jaarlijks te spenderen in drie verschillende pijlers:

1. Milieuvriendelijke wagen

Deze optie staat open voor auto’s die een lage CO2-uitstoot hebben, tot maximaal 95g/km. Fiscaal valse hybrides en/of wagens met een hogere CO2-uitstoot dan de klassieke bedrijfswagen waar de werknemer voorheen recht op had, zijn uitgesloten.

De belastingbehandeling is gelijk aan die van traditionele bedrijfswagens.

2. Duurzame vervoersmiddelen en diensten

Werknemers kunnen hun budget in deze pijler besteden aan milieuvriendelijke transportopties zoals fietsen, elektrische steps, openbaar vervoer, deelauto’s… Deze kunnen gerust ook worden gecombineerd.

Een populaire bestedingsmogelijkheid binnen deze pijler betreft de financiering van de huisvestingskosten.  Zo kan men het huurgeld of de hypothecaire lening via dit budget voldoen voor een woonplaats die binnen een straal van tien kilometer van de gebruikelijke werkplek gelegen is.

Deze uitgaven zijn vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en belastingen voor de werknemer, terwijl ze voor de werkgever aftrekbaar zijn als beroepskost.

3. Restsaldo in cash

Niet-uitgegeven budgetdelen kunnen aan de werknemer in contanten worden uitbetaald, vrij van belasting, maar onderhevig aan een bijzondere sociale zekerheidsbijdrage van 38,07%. Voor de werkgever vormt deze uitkering opnieuw een volledig aftrekbare beroepskost.

Als werkgever bent u niet verplicht om het mobiliteitsbudget in te voeren en de werknemer is ook niet verplicht om hierop in te gaan indien hem dit wordt aangeboden.

Enkel werkgevers die, minstens 36 maanden voorafgaand aan de invoering, ononderbroken minstens één bedrijfswagen ter beschikking stelde aan zijn personeel komen in aanmerking. Er geldt enkel een uitzondering voor startende ondernemingen.

Als werknemer dient men op het moment van de aanvraag reeds over een bedrijfswagen te beschikken, of ervoor in aanmerking te komen op basis van zijn functiecategorie.

Het mobiliteitsbudget biedt een flexibele en duurzame oplossing voor werkgevers en werknemers, gericht op het bevorderen van milieuvriendelijke mobiliteit en het ondersteunen van de transitie naar een groenere toekomst. Heeft u hier nog vragen over? Aarzel dan zeker niet om ons hieromtrent te contacteren! Wij helpen u graag verder.

Het Flamée en Partners team

Fiscaalvriendelijk investeren in een jong bedrijf – tax shelter voor start- en scale-ups


Wil je graag investeren in een startend bedrijf om het bedrijf dat extra duwtje te geven dat ze nodig hebben? Dit kan u ook nog eens fiscaalvriendelijk doen. Dit via de zogenaamde tax shelter voor start-ups en scale-ups. Het voordeel voor u is dat u hiervoor een belastingvermindering geniet in uw personenbelasting.

Maar laten we beginnen bij het begin. Wat moeten we verstaan onder een start-up bedrijf en een scale-up bedrijf? Dat lichten we graag even toe.

Start-ups

Start-ups zijn zowel microvennootschappen als kmo-vennootschappen. Een microvennootschap kent volgende grenzen: een balanstotaal van €350.000,00, 10 werknemers en een omzet van €700.000,00. Voor een kmo-vennootschap zijn de grenzen een balanstotaal van €4.500.000,00, 50 werknemers en een omzet van €9.000.000,00. Wanneer twee van deze grenzen twee jaar op rij overschreden zijn, kan er niet meer gesproken worden van een microvennootschap of kmo-vennootschap. Om gebruik te kunnen maken van de tax shelter mag de vennootschap maximaal 4 jaar bestaan.

Het fiscaal voordeel dat u haalt als investeerder hangt af van welke vennootschap waarin u investeert. Bij een microvennootschap bedraagt de belastingvermindering 45% van het bedrag dat u investeerde. Voor een kmo-vennootschap is dit 30%. Let wel, de belastingvermindering is niet terugbetaalbaar of overdraagbaar. Het betreft namelijk geen belastingkrediet.

Scale-ups

Een scale-up bedrijf is een kmo-vennootschap (dus met dezelfde grenzen als hierboven), maar de vennootschap moet in de laatste twee jaar een groei gerealiseerd hebben van minimum 10% van de omzet per aanslagjaar of een groei van 10% van het werknemersaantal in voltijdse equivalenten per aanslagjaar. Het scale-up bedrijf moet wel al minimaal 10 werknemers hebben en moet tussen de vier en de tien jaar bestaan.

De belastingvermindering voor het investeren in een scale-up bedrijf bedraagt nog 25% van het geïnvesteerde bedrag.

Nog leuk om te weten is dat u rechtstreeks kan investeren in dergelijke bedrijven, maar dat dit ook kan via crowdfunding of startersfondsen.

Voorwaarden

Uiteraard zijn er heel wat voorwaarden verbonden aan deze tax shelter. Zo dienen onder andere de verworven aandelen minstens vier jaar te worden aangehouden.

Benieuwd of dit voor u en uw potentiële investering een mogelijkheid zou kunnen zijn? Laat gerust iets weten! We bekijken dit graag samen met u!

Het Flamée en Partners team

Bent u reeds klaar voor de verplichte digitale facturatie in 2026?


Vanaf 1 januari 2026 moet elke Belgische btw-belastingplichtige die een factuur naar een andere onderneming stuurt dat elektronisch doen. Het gaat dus voor alle duidelijkheid niet over facturen die naar particulieren worden verzonden.

Voor facturering bij overheidsopdrachten is een e-factuur zelfs al verplicht vanaf 1 maart 2024 voor bedragen hoger dan 3.000 EUR.

Wat wordt bedoeld met een e-invoice of digitale factuur?

Met e-invoicing worden facturen automatisch verstuurd via een bepaald softwaresysteem naar andere ondernemingen en worden daar ook automatisch ontvangen en gelezen. Met andere woorden geen factuur meer in PFD of Word maar wel via een speciaal gecodeerde factuur.

Het voordeel van e-invoicing is dat u met een eenvoudige klik zult kunnen betalen en dat alle andere administratieve zaken, zoals bijvoorbeeld de verwerking in het boekhoudprogramma, automatisch zullen verlopen. Dit bespaart u tijd.

Om dit bewerkstelligen heeft de federale overheid gekozen voor het Europese PEPPOL-netwerk. Via dit netwerk kunnen overheden, bedrijven en andere organisaties eenvoudig, snel en veilig elektronische berichten uitwisselen.

Ondernemingen zullen zich via een éénmalige registratie bij een PEPPOL-access point kunnen aansluiten op dit netwerk. De huidige softwaresystemen spelen reeds hierop in.

Fiscale stimulansen

Er komt een verhoogde investeringsaftrek voor kmo’s van 20% voor digitale investeringen, waaronder software voor e-facturatie.

Tevens zou er een tijdelijk verhoogde kostenaftrek komen van 120% voor de kosten van factureringspakketten voor het opstellen, verzenden en ontvangen van elektronische facturen. De bedoelde kosten zijn hier zowel de periodieke abonnementskosten voor de factureringspakketten als de advieskosten gemaakt ter voorbereiding en/of implementatie hiervan. Afschrijvingen van uw facturatiesoftware vallen hier evenwel niet onder. Hiervoor zal dan wel weer een verhoogde investeringsaftrek mogelijk zijn.

Deze steunmaatregel is van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2024 en verbonden aan aanslagjaar 2025.

Bent u van plan om binnenkort deze digitale transitie binnen uw onderneming door te voeren of wilt u weten wat er moet gebeuren met uw huidig boekhoud-, EPR- of facturatiesoftware om hieraan te voldoen? Bel of mail ons gerust!

Het Flamée en Partners team

Professionele (ver)huurder? Registreer uw huurovereenkomst


Bent u huurder of verhuurder van een pand dat niet wordt bewoond, bijvoorbeeld van een winkel, kantoor, industriegebouw, etc.? Veel professionelen vergeten hierbij de huurovereenkomst te registreren. Dat is nochtans niet onbelangrijk. Hieronder wijzen wij u op het belang, de kosten, hoe de registratie moet gebeuren en de sancties indien u dit niet doet.

Vooreerst helpen wij alle misverstanden uit de wereld. Het is wel degelijk verplicht om een huurcontract – samen met de plaatsbeschrijving – te laten registreren. Bij professionele huur rust de registratieverplichting zowel op de huurder als de verhuurder. Ga er dus niet van uit dat u als huurder vrijgesteld bent van deze verplichting. Dat is enkel zo bij woninghuur.

Rechten

De registratie van een professioneel huurcontract is niet gratis. De rechten bedragen 0,2% van het gecombineerd totaal van de huurprijs en de lasten voor de duur van het volledige huurcontract, met een minimum van €50. Voor de registratie van de plaatsbeschrijving, die ook verplicht is, komt daar nogmaals een vast recht van €50 bij.

Aangezien de plicht tot registratie bij zowel de huurder als de verhuurder ligt en de prijs van de registratierechten kan oplopen, komt u best reeds in de huurovereenkomst overeen wie de registratie zal doen en wie hiervoor de kosten zal dragen. Dergelijke bepaling is perfect geldig en komt in de praktijk ook vaak voor. Uiteraard zal geen van de partijen graag deze kosten dragen, dus zal een goede onderhandeling essentieel zijn.

Sancties

Dergelijke registratie moet gebeuren binnen de vier maanden na de ondertekening van de overeenkomst. Indien u dit niet (tijdig) doet, bent u een boete verschuldigd van minimaal 10% en maximaal 50% van de ontdoken rechten. Op deze boete zijn ook interesten verschuldigd dus hoe langer u wacht met registreren, hoe duurder de finale boete zal zijn. Naast deze financiële sanctie, zijn partijen bij een niet-geregistreerde huurovereenkomst ook minder beschermd en kan de overeenkomst eenvoudigweg zonder vergoedingen opgezegd worden.

Registratie

U kunt deze registratie online doen via de website van MyMinfin. Indien u dit liever per post doet, kan u een formulier invullen en samen met een afschrift van het huurcontract en de plaatsbeschrijving versturen naar de FOD Financiën. Indien u niet zeker bent of de overeenkomst geldig geregistreerd werd, kan u dit tevens ook via MyMinfin controleren.

Als laatste geven wij mee dat de registratie van huurcontracten voor woninghuur gratis is. Indien u dus een goed huurt of verhuurt dat deels als professioneel pand gebruikt zal worden en deels als huisvesting, splitst u de huurovereenkomst best op om registratierechten op het onderdeel van de huisvesting te vermijden.

Uiteraard kunnen wij u bijstaan bij de registratie van uw huurovereenkomsten. Wij kunnen u ook bijstaan bij de opmaak of het nazicht van uw huurovereenkomsten en het opstellen van een geldige clausule die de verplichting tot registratie ten laste van de huurder of verhuurder vastlegt. Een seintje volstaat.

Het Flamée en Partners team

Drastische wijziging aansprakelijkheidsrecht – invloed op bedrijfsleiders, werknemers en (onder)aannemers.



Heeft u gehoord van de recente veranderingen in het aansprakelijkheidsrecht en hoe deze invloed kunnen hebben op bedrijfsleiders, werknemers en (onder)aannemers? Op 1 februari 2024 heeft de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Boek 6 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek goedgekeurd. Ontdek hier de impact van deze wijzigingen
.

Op 1 februari 2024 werd door de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Boek 6 goedgekeurd als onderdeel van het nieuwe Burgerlijk Wetboek dat op termijn uit tien boeken zal bestaan. Hoewel bij deze wetgeving nog een heleboel onduidelijkheden zijn, zal ze op u als ondernemer hoogstwaarschijnlijk een enorme impact hebben.

Omdat deze wetgeving zeer recent is, kan deze eventueel nog gewijzigd worden in reparatiewetgeving. Grote onbekenden zijn hoe ondernemers, vakbonden en rechtbanken op deze fundamentele wijziging zullen reageren. Desalniettemin willen wij u enige informatie hierover niet onthouden.

De wijziging

Het nieuwe Boek 6 BW schaft de zogenaamde ‘quasi immuniteit van de uitvoeringsagent’ af. Om u een heleboel juridische terminologie te besparen, betekent dit concreet dat binnenkort een simpele ‘fout’ zal volstaan om de bestuurder of een werknemer van een vennootschap aansprakelijk te stellen.

Wij bieden u wat context. Op vandaag is het zo dat een bestuurder van een vennootschap enkel in persoonlijke naam kan aangesproken worden voor fouten van de vennootschap wanneer de bestuurder een strafbaar feit begaat. Dit is de zogenaamde ‘bestuurdersaansprakelijkheid’. U moet al stevige en strafbare fouten maken vooraleer een schadelijdende derde zich op uw persoonlijk vermogen als bestuurder kan beroepen. Deze bescherming trekt zich verder in tal van sectoren. U moet bijvoorbeeld bij schade uw tegenpartij als onderneming aanspreken en niet de individuele werknemers, u moet als bouwheer uw aannemer aanspreken en niet alle onderaannemers, u moet de vennootschap waarmee u handelde aanspreken en niet de individuele bestuurders…

Deze automatische bescherming zal bij de inwerkingtreding van Boek 6 vervallen (de verwachting is dat als datum 1 januari 2025 zal gelden). Dit betekent concreet dat in geval van schade, bij een benadeelde klant bijvoorbeeld, ook de zogenaamde ‘hulppersonen’ of ‘medecontractanten’ kunnen aangesproken worden. Een benadeelde klant kan dan bijvoorbeeld uw onderneming dagvaarden, u als bestuurder én de werknemers die bij het project actief waren.

Contractueel beschermen

Boek 6 voorziet – met dank aan lobbywerk van verscheidene ondernemersorganisaties – wel in de mogelijkheid om u hier contractueel tegen te beschermen. Concreet moet u als vennootschap een beperkende overeenkomst sluiten met alle bestuurders, werknemers, onderaannemers, etc. om voor iedereen een passende bescherming te voorzien. U kan dan de uitzonderingen in deze overeenkomsten ook inroepen tegen de schadelijdende derde.

Uzelf contractueel indekken tegen het wegvallen van deze automatische bescherming zal dus de boodschap zijn. Uiteraard zullen wij u daarin bijstaan. Hoewel de deadline wellicht pas 31 december van dit jaar zal zijn, volgen onze juristen deze nieuwe wetgeving op de voet op en gaan we van zodra de details gekend zijn aan de slag om alle bestaande overeenkomsten van een update te voorzien of om nieuwe overeenkomsten (met bescherming) op te maken. We houden u zeker en vast op de hoogte!

Het Flamée en Partners team