Vergeet vooral geen intresten te rekenen als uw vennootschap u nog geld moet…


Heeft uw vennootschap schulden aan bedrijfsleiders en/of aandeelhouders? Vergeet vooral geen intresten te rekenen! Wij geven u graag meer uitleg over de soorten schulden, de aftrekbaarheid en de herkwalificatie van de intresten.

Soorten schulden

Een schuld van de vennootschap aan een bedrijfsleider en/of aandeelhouder kan vele vormen aannemen. Dit kan gaan over leningen op lange termijn of korte termijn, met of zonder een specifieke aflossingstabel.

Een rekening courant, bijvoorbeeld, is een persoonlijke rekening op korte termijn. In principe kan u als schuldeiser op eender welk moment (een deel van) de openstaande schuld terugvragen. Indien de vennootschap kortstondig middelen nodig heeft, kan u een bijstorting uitvoeren waardoor de schuld verder toeneemt. De rekening courant kan ook stijgen door het niet uitbetalen van bezoldiging, kostenvergoedingen, huur, dividenden…

Intresten?

Uiteraard kan u als schuldeiser intresten rekenen op de openstaande schuld. Indien de vennootschap een lening bij een bank zou aangaan, zijn er immers ook intresten verschuldigd. We horen u al denken: “Top, woekerintresten aanrekenen”. Intresten zijn tenslotte kosten die de belastbare basis verlagen. Helaas is het niet zo simpel. Niet alle intresten zijn fiscaal aftrekbaar.

Aftrekbaarheid

Net zoals andere kosten zijn intresten slechts aftrekbaar wanneer deze kaderen in het genereren of behouden van inkomsten. Een vaak gebruikte verantwoording is het aanhouden van werkkapitaal en/of de mogelijkheid om snel te kunnen schakelen bij investeringen. Een vennootschap moet voldoende liquide zijn om de opereren. Indien een lening 100.000 EUR bedraagt en er slechts gemiddeld 60.000 EUR op de rekening staat, heeft de vennootschap deze geleende middelen duidelijk nodig.

Daarnaast zijn de intresten slechts fiscaal aftrekbaar voor zover de fiscus ze niet beschouwd als ‘overdreven’. In dat geval worden de intresten geherkwalificeerd als dividend, waardoor het fiscaal voordeel verloren gaat.

Herkwalificatie

De fiscus beschouwt intresten als ‘overdreven’ indien de intrestvoet hoger ligt dan de ‘marktrente’. Deze marktrente maakt de fiscus aan het begin van elk kalenderjaar bekend. Voor 2023 bedroeg dit een jaarlijkse interestvoet van 5,70%. Voor 2024 bedraagt dit 8,02%. Het deel van de intresten dat hierboven ligt, wordt geherkwalificeerd.

Daarnaast worden intresten ook buitensporig beschouwd indien het bedrag waarop ze worden berekend groter is dan de som van de belaste reserves bij het begin van het boekjaar en het fiscaal gestort kapitaal op het einde van het boekjaar. Het fiscaal gestort kapitaal is steeds het minimum, zelfs indien de vennootschap boekhoudkundige verliezen heeft. Voorbeeld: naast de lening van 100.000 EUR is er 10.000 EUR inbreng en zijn er 70.000 EUR reserves. De intresten berekend op 100.000 EUR – 10.000 EUR – 70.000 EUR = 20.000 EUR worden geherkwalificeerd.

Aandachtspunten

De intresten worden jaarlijks toegekend door het bestuursorgaan en ook jaarlijks betaalbaar gesteld. Bij de betaalbaarstelling dient rekening te worden gehouden met een belasting ten belope van 30% roerende voorheffing. De intresten worden dus eigenlijk voor 30% betaald aan de overheid en voor 70% betaald aan de schuldeiser.

Het toepassen van creditintresten gebeurt best via een schriftelijke overeenkomst en stelt het bestuursorgaan mogelijk voor een belangenconflict. De nodige formaliteiten worden best nauwlettend gevolgd om bij een eventuele fiscale controle niet voor voldongen feiten te staan.

Heeft u vragen over de mogelijkheid om interesten te verkrijgen op een lening die u aan uw vennootschap heeft toegekend? Aarzel dan niet om ons te contacteren!

Het Flamée en Partners team

Uw opname in rekening-courant omzetten in een lening met vaste looptijd? Of toch maar niet?


Overweegt u uw opname in rekening-courant om te zetten in een lening met vaste looptijd? Voordat u een beslissing neemt, is het belangrijk de fiscale implicaties te begrijpen, zoals belastbare voordelen en rentetarieven.

Indien u als bedrijfsleider geld opneemt van uw vennootschap, dan vormt dit voor u geen belastbaar inkomen. Betaalt u dit bedrag later terug aan de vennootschap dan is dit voor de vennootschap evenmin een belastbare winst.

Lening zonder welbepaalde looptijd

Zolang u dit bedrag niet heeft terugbetaald aan uw vennootschap, heeft u dan wel een schuld ten aanzien van uw vennootschap. De debetstand van een rekening-courant wordt immers beschouwd als een ‘niet-hypothecaire lening zonder welbepaalde looptijd‘.

Als u geen interest betaalt (een renteloze lening), krijgt u eigenlijk een voordeel in natura van uw vennootschap. Zo’n voordeel is een deel van uw bezoldiging en daardoor, uiteraard, belastbaar. Om te weten hoeveel belasting u moet betalen, moet het voordeel eerst gewaardeerd worden. Daarvoor bestaan specifieke regels die bepaald zijn in artikel 18 van het koninklijk besluit bij het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.

Het voordeel wordt berekend op basis van het verschil tussen de referentierentevoet en de effectief aangerekende rentevoet (ingeval van een renteloze lening bedraagt die 0%). Niet enkel een renteloze lening, maar ook een lening aan rentevoet die lager is dan de referentievoet leidt dus tot een belastbaar voordeel van alle aard.

De referentievoet wordt elk jaar vastgelegd bij koninklijk besluit. Voor inkomstenjaar 2022 bedroeg deze referentievoet 7,14%. Voor inkomstenjaar 2023 is deze rentevoet gedaald tot 5,43%.

Heeft u in inkomstenjaar 2023 bijvoorbeeld een debetstand rekening-courant van € 100.000,00 en betaalt u daarover 2%, dan zal uw voordeel van alle aard € 3.430 bedragen (5,43% – 2% = 3,43%).

Lening met vaste looptijd

Om te vermijden dat deze hoge rentevoet dient betaald te worden of dat er een belastbaar voordeel in natura ontstaat, werd lange tijd geopteerd om deze rekening-courantvordering van de vennootschap om te zetten in een ‘niet-hypothecaire lening met vaste looptijd’.

Ook voor deze leningen worden de referentierentevoeten jaarlijks vastgelegd bij koninklijk besluit. Indien er geen maandelijkse aflossing wordt voorzien dan wordt de rentevoet voor deze vorm van leningen bepaald op basis van een maandelijks lastenpercentage dat voor inkomstenjaar 2022 0,06 % bedroeg voor financieringen van een wagen en 0,12 % voor andere leningen.

Op jaarbasis was de referentierentevoet van dergelijke leningen dus aanzienlijk lager dan deze die van toepassing was voor de debetstand in rekening-courant. Betaalde u geen interesten dan was ook het voordeel waarop u belast werd aanzienlijk lager.

Voor inkomstenjaar 2023 werd de berekeningswijze van deze rentevoet evenwel aangepast en bedraagt het maandelijks lastenpercentage voor financiering voor de aankoop van een wagen 0,25% en voor andere leningen 0,49 %.

Dit is maar liefst meer dan een verviervoudiging ten opzichte van inkomstenjaar 2022 en betekent ook dat de referentievoet voor dergelijke ‘niet-hypothecaire lening met vaste looptijd’ zelfs hoger is dan de referentievoet die van toepassing is op debetstanden in rekening-courant. Een schuld aan uw vennootschap in rekening courant is dus in 2023 ‘goedkoper’ dan een schuld met een vaste looptijd.

Heeft u ook een lening bij uw vennootschap, geef ons dan gerust een seintje. Dan bekijken we samen met u hoe dit best geregeld wordt.

Het Flamée en Partners team

Huurkosten in mindering van uw fiscaal resultaat? Nieuwe fiscale bijlage.


Neemt u op vandaag huur van een onroerend goed op als aftrekbare beroepskost in uw eenmanszaak of vennootschap? Sinds kort gaat hier een nieuwe administratieve formaliteit mee gepaard. We leggen het u graag uit.

Aftrek huurkosten

Wanneer een onderneming (vennootschap, vereniging of eenmanszaak) huurkosten wenst af te trekken, is het statuut van de verhuurder eigenlijk niet relevant. Dit kan gaan om een particulier die de ruimte verhuurt of een onderneming die op professionele basis onroerend goed verhuurt. De kost is aftrekbaar voor zover art. 49 WIB is vervuld. Dit artikel stelt dat de kost moet kaderen in het verwerven of behouden van inkomsten.

Belasting huurinkomsten

Aan de kant van de verhuurder is er wel een groot verschil in fiscale behandeling. Een particulier betaalt belastingen in functie van het kadastraal inkomen (KI) bij verhuur voor bewoning. Indien het onroerend goed wordt verhuurd voor beroepsmatige activiteiten, zijn belastingen verschuldigd in functie van de werkelijk ontvangen huur. Een vennootschap die verhuurt zal altijd op de werkelijke huur belast worden, nooit op basis van het vaak lagere kadastraal inkomen.

Voor een particulier is het dus voordelig de huur aan te merken als bewoning. De fiscus loopt heel wat inkomsten mis, doordat de huurkosten wel worden afgetrokken, maar de huurinkomsten in mindere mate worden belast. Daar steekt ze nu een stokje voor.

Nieuwe regels – informatieplicht

Eenieder die vanaf aanslagjaar 2024 huurkosten wenst af te trekken, zal een bijlage moeten indienen bij de aangifte. Dit gaat zowel over de aangifte personenbelasting, de aangifte vennootschapsbelasting als de aangifte rechtspersonenbelasting. De bijlage is op heden nog niet beschikbaar. Bij niet-indiening van deze bijlage kan de fiscale aftrek worden geweigerd.

De verplichting zou ook gelden bij onroerende goederen in het buitenland. Op heden lijkt er een uitzonderingsbepaling te zijn voor huurkosten die op factuur zijn vermeld.

Nieuwe regels – Registratie contracten

De huuruitgaven die verbonden zijn met een huurcontract dat geregistreerd werd als private huurovereenkomst zullen nooit aftrekbaar zijn. Concreet wordt dit toegepast op alle contracten die kosteloos geregistreerd zijn of kosteloos geregistreerd konden worden. Er is een uitzondering voor onroerende goederen gehuurd voor de huisvesting van werknemers of bedrijfsleiders. Hierbij geldt dan ook de informatieverplichting.

Heeft u vragen omtrent deze nieuwe administratieve formaliteit? Aarzel dan niet om ons te contacteren. Een mail of telefoontje volstaat!

Het Flamée en Partners team

Eenmanszaak of vennootschap? Breng alle elementen in rekening!

Indien u ondernemer bent en op vandaag werkt via een eenmanszaak, stelt u zich mogelijks de vraag of het niet interessanter zou kunnen zijn om in de toekomst via een vennootschap te werken.

Deze overstap kan aanzienlijke voordelen en nadelen met zich meebrengen, afhankelijk van de specifieke omstandigheden van uw onderneming. Met welke zaken dient u zoal rekening te houden indien u een overstap overweegt en wat maakt een vennootschap al dan niet ‘interessanter’?

Eenmanszaak

Een eenmanszaak is een vrij eenvoudige structuur en gemakkelijk op te richten. Daarnaast zijn de wettelijke formaliteiten eerder beperkt. Daartegenover staat wel dat uw privévermogen niet afgescheiden is van uw beroepsvermogen, waardoor u niet beschermd bent tegen schuldeisers ten aanzien van uw eenmanszaak.

Indien u een hoog inkomen realiseert in de eenmanszaak, betaalt u hoge sociale bijdragen en komt u al snel in de hoogste schijven van de personenbelasting terecht (40%-50%).

Vennootschap

Een vennootschap daarentegen, zoals bijvoorbeeld een besloten vennootschap (BV), biedt u in de meeste gevallen meer bescherming van uw privévermogen, waardoor u normaalgezien slechts aansprakelijk bent tot uw eigen inbreng in de vennootschap. De keerzijde is dat u rekening dient te houden met hogere oprichtingskosten, boekhoudkosten en meer wettelijke formaliteiten.

In de vennootschap is een vlak tarief aan vennootschapsbelasting van 20% of 25% van toepassing. De winst die u met uw vennootschap genereert, moet u echter ook nog naar uw privévermogen zien te halen. Ook hier zijn weer belastingen mee verbonden.

Het besluit om over te stappen van een eenmanszaak naar een vennootschap blijft een belangrijke zakelijke beslissing die grondig moet worden overwogen. U merkt dat hier zeer veel over te vertellen valt. Hou dan zeker ook onze sociale mediakanalen in de gaten! Binnenkort geven wij omtrent dit specifieke onderwerp een webinar, met ruimte voor Q&A.

Indien u omtrent dit onderwerp verdere vragen zou hebben, of u een berekening wenst voor uw eigen specifieke situatie, kunt u ons uiteraard steeds contacteren. Dit kan zeer eenvoudig via ewoud@flamee.be .

Het Flamée en Partners team