De vergroening van het wagenpark is reeds geruime tijd een ‘hot topic’ binnen de fiscaliteit. Met de invoering van het mobiliteitsbudget in 2019 werd getracht deze transitie in een stroomversnelling te brengen. In de praktijk blijkt de regeling echter niet het gewenste succes te hebben. De wetgever besliste daarom om enkele aanpassingen en versoepelingen door te voeren (vanaf 1 januari 2022) om de regeling rond het mobiliteitsbudget aantrekkelijker te maken.
Even Recapituleren
Met het mobiliteitsbudget kunnen werknemers hun bedrijfswagen inruilen voor een milieuvriendelijker exemplaar en het vrijgekomen budget besteden aan een gamma vervoersoplossingen, gaande van (elektrische) fietsen, over deelauto’s tot abonnementen en tickets voor het openbaar vervoer. In principe is het mobiliteitsbudget van toepassing op alle werknemers die het voordeel van een bedrijfswagen kunnen genieten. De mogelijkheid hiertoe is op zich al voldoende.
Met het mobiliteitsbudget is het nog altijd perfect mogelijk te kiezen voor een bedrijfswagen. De voorwaarde is dat hij minstens even milieuvriendelijk is als het ingeleverde exemplaar én aan de minimumnorm voldoet.
Het mobiliteitsbudget geeft werknemers dus de kans om hun bedrijfswagen (of het recht hierop) in te ruilen voor een budget dat ze kunnen besteden aan volgende 3 pijlers:
- Een milieuvriendelijkere wagen (pijler 1);
- Een duurzaam alternatief vervoer middel (pijler 2);
- Een vergoeding in cash (pijler 3).
In se kunnen werkgevers kiezen welke pijlers ze aanbieden. Vanaf 1 januari 2022 is het echter verplicht om minstens een aanbod te doen in pijler 2. Het budget wordt bepaald op basis van de ‘total cost of ownership’ (TCO) van de bedrijfswagen en is sinds 1 januari van dit jaar begrensd.
Wijzigingen vanaf 1 januari 2022
Afschaffing wachttermijn
Tot voor kort dienden werknemers te voldoen aan een wachttermijn vooraleer er gebruik gemaakt kon worden van het systeem. Zo moesten ze gedurende minstens 12 van de 36 maanden, en minimaal 3 maanden ononderbroken voorafgaand aan de aanvraag de mogelijkheid tot een bedrijfswagen gehad hebben.
De wachttermijn werd geschrapt. Vanaf heden kan er meteen geopteerd worden voor het mobiliteitsbudget indien u in aanmerking komt voor een bedrijfswagen. De wachtperiode voor de werkgever blijft wel behouden (reeds een of meer bedrijfswagens ter beschikking gesteld hebben tijdens een ononderbroken periode van 36 maanden).
Extra bestedingsmogelijkheden
De 3 pijlers waaraan het budget besteed kan worden blijven overeind. Het toepassingsgebied verbreedt in bepaalde gevallen van dit kalenderjaar. Dit voornamelijk in de 2e pijler. Concreet zijn op heden onder andere ook onderstaande bestedingen mogelijk:
- Abonnementen op het openbaar vervoer, ook voor inwonende gezinsleden;
- Niet-verplichte fietsuitrusting die zichtbaarheid verbetert;
- Voetgangerspremie van voor de woon-werkafstand die een werknemer te voet aflegt;
- Mogelijkheid tot terugvorderen van het aflossingsbedrag van de hypothecaire lening (voorheen enkel intresten) inzake een woning dicht bij het werk;
- …
Zoals hierboven reeds vermeld is het mobiliteitsbudget sedert begin dit jaar begrensd. Op jaarbasis mag het minimaal €3.000 en maximaal €16.000 bedragen per werknemer. Daarnaast mag het in geen geval meer bedragen dan 1/5e van het bruto jaarloon van desbetreffende medewerker.
Indien u omtrent dit onderwerp verdere vragen zou hebben, kunt u ons uiteraard steeds contacteren. Dit kan zeer eenvoudig via ward@flamee.be.