De Raad van State heeft recent de omstreden provinciebelasting op tweede verblijven in West-Vlaanderen vernietigd. Wat houdt dit precies in, en wat betekent dit concreet voor u?
Wat is er beslist?
Tot voor kort hief de provincie West-Vlaanderen een jaarlijkse belasting van 126 euro op elk tweede verblijf aan de kust. Deze belasting kwam bovenop de vaak al hoge gemeentelijke tweedeverblijfstaksen.
De Raad van State heeft nu geoordeeld dat deze provinciebelasting onwettig is. De motivatie en rechtvaardiging ervan waren onvoldoende, en de belasting werd als discriminerend beschouwd omdat ze enkel gericht was op tweede verblijven, zonder duidelijke tegenprestatie.
Wat betekent dit voor u als eigenaar?
Wie een tweede verblijf aan de kust bezit moet ongeveer 130 euro provinciebelasting betalen. Dit in tegenstelling tot het ‘normale’ tarief van 44 euro voor gezinnen. Dit onderscheid is onwettig en bijgevolg hoeft u deze provinciale belasting voortaan niet meer te betalen.
De uitspraak leidt in se niet automatisch tot terugbetaling van eerder betaalde belastingen. Indien u een bezwaar indient, kunt u een terugbetaling aanvragen.
Echter, volgens de verklaring van gedeputeerde Jean de Bethune zal de provincie zelf het initiatief nemen om de belastingplichtigen te contacteren en wie recht heeft op een terugbetaling zal dit geld teruggestort krijgen.
Opvolging vereist dus!
Wat verandert er niet?
De gemeentelijke tweedeverblijfstaksen blijven bestaan. Die verschillen sterk per kustgemeente en kunnen oplopen tot meer dan 1.000 euro per jaar. Deze blijven dus een belangrijke kost voor eigenaars van een tweede verblijf.
De vernietiging van de provinciebelasting is goed nieuws voor wie een tweede verblijf aan de kust bezit. Het is voorlopig wachten op de provincie om de modaliteiten rond de terugbetaling uit te werken. Wij volgen dit uiteraard mee voor u op en houden u verder op de hoogte via onze gebruikelijke kanalen!
Het Flamée en Partners team