Bij de afsluit van het boekjaar wordt bij een vennootschap-werkgever een provisie aangelegd voor het vakantiegeld van de werknemers. Wat is dat precies en hoe wordt die provisie dan precies berekend? We leggen het u hieronder graag uit.
Het matchingprincipe
Zowel in de boekhoudwetgeving als in de fiscale wetgeving geldt het zogenaamde matchingprincipe. Dat betekent dat kosten en opbrengsten geboekt moeten worden in het boekjaar waarop ze effectief betrekking hebben.
Indien uw bedienden voor uw bedrijf werken in 2024 bouwen zij hierbij vakantiedagen op. Deze vakantiedagen kunnen ze in 2025 opnemen. Op die dagen krijgen ze geen loon, maar wel (enkel) vakantiegeld. Daarnaast kan de werkgever dubbel vakantiegeld betalen, dit is meestal in mei-juni. Arbeiders krijgen het vakantiegeld in één keer uitbetaald.
Er wordt dus vakantiegeld betaald in 2025, omdat er in 2024 werd gewerkt. Om die reden moet de kost van 2025 alsnog worden gedragen in 2024. Dit wordt gedaan via het aanleggen van een provisie.
De berekening van deze provisie wordt meestal gedaan door uw sociaal secretariaat. De provisie wordt fiscaal beperkt tot:
- Voor bedienden: 18,20% van de bezoldiging (excl. eindejaarspremie en dubbel vakantiegeld);
- Voor arbeiders: 10,27% van 108% van de bezoldiging.
Heeft u hier nog concrete vragen over? Geef ons dan een seintje. Wij geven u hierover graag verdere toelichting.
Het Flamée en Partners team